De Coalitie Leefstijl in de Zorg spant zich in om de gezonde leefstijl een integraal onderdeel te maken van de reguliere zorg. TNO, Patiëntenfederatie Nederland, NFU en Vereniging Arts en Leefstijl zijn de regisserende partijen die dat gaan aanjagen. Iris de Vries (voorzitter Vereniging Arts en Leefstijl) gaat hier in op het belang van de coalitie, de rol van Vereniging Arts en Leefstijl daarbinnen en wat ze hoopt te bewerkstelligen met de coalitie.
Dit bericht is onderdeel van een serie waarin bestuurders van de regisserende partijen van de Coalitie Leefstijl in de Zorg belichten hoe zij aankijken tegen de coalitie.
“We vinden het als Vereniging Arts en Leefstijl belangrijk om deel te nemen aan de Coalitie Leefstijl in de Zorg. De coalitie biedt mogelijkheden om met alle stakeholders in de zorg, zowel de gevestigde orde als voorlopers en nieuwkomers, samen te werken aan de broodnodige transitie en demedicalisatie van de zorg. De coalitie geeft ons de kans meer gelijkgerichtheid te bereiken en bestaande en nieuwe inzichten te implementeren. Door meer samenwerking en co-creatie kunnen we effectiever zijn met meer impact voor de patiënt. We hebben nu meer mensen en middelen om te investeren, dat maakt dat we meer slagkracht hebben om leefstijl in de zorg echt professioneel en duurzaam in te richten”, denkt De Vries.
REGIEPARTNER
Vereniging Arts en Leefstijl heeft binnen de coalitie de rol van regiepartner. “Dat betekent dat we meedenken over de strategie van het hele traject. Doen we de goede dingen, op de juiste manier? Zorgen we echt voor een verschil? Deze vragen zijn essentieel voor samenhang en impact en dat vinden wij belangrijk. Daarnaast hebben we het Team Praktijkimplementatie en Team Opleiden & professionaliseren onder onze hoede en tevens een rol binnen Team Samen sterker leren. Dat sluit goed aan bij wat we als Vereniging Arts en Leefstijl al doen en daar ligt onze kracht”, legt De Vries uit.
UITDAGINGEN IMPLEMENTATIE
Er zijn verschillende uitdagingen als het gaat om implementatie van leefstijl binnen de zorg. “Eén daarvan is om de juiste stakeholders met de juiste houding bij elkaar aan te laten sluiten. We hebben van iedereen de juiste motivatie en commitment nodig. Het is belangrijk dat we in gesprek blijven over waar het echt om gaat. Het is onvermijdelijk dat er her en der nog wat sentimentele bezwaren zitten, maar daar moeten we met elkaar uitkomen en het uiteindelijke belang voorop zetten. Een ander aandachtspunt is snelheid; met een coalitie als deze heb je te maken met veel partijen, dat kan remmend werken. We moeten zorgen dat we iedereen binnenboord houden en meenemen, zonder dat we al teveel snelheid verliezen. De urgentie is immers hoog. Wetgeving en bekostiging kunnen ook belangrijke barrières zijn. De vorming van de coalitie is een eerste belangrijke stap om het organiserend vermogen te creëren voor vooruitgang, maar het daadwerkelijke verschil gaat pas komen als we ook dingen anders gaan doen. Ik verwacht op dat vlak lef van bestuurders; het lef om soms het oncomfortabele te doen wat nodig is voor een ander en beter resultaat. Dat is nodig, anders blijven we steken op pilotniveau”, vreest De Vries.
HEALTH IN ALL POLICIES
“De coalitie focust zich op leefstijl binnen de zorg, toch kunnen we niet om de leefomgeving heen. Het liefst zou ik willen dat er tevens een soort GALA (Gezond en Actief Leven Akkoord) coalitie komt voor gezondheid in de maatschappij, naast onze coalitie in de zorg die vanuit het integraal Zorgakkoord (IZA) is ontstaan. Leefstijl binnen en buiten de zorg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het is waardevol om ook buiten de zorg te durven kijken. De zorg heeft ook iets nodig van het publieke domein en andersom. Ik hoop dan ook dat het in de coalitie lukt om na te denken over maatschappelijke interventies. Een voorbeeld is de betrokkenheid van werkgevers als het gaat om verbetering van leefstijl bij werknemers met chronische aandoeningen. Ik wil graag toe naar ‘health in all policies’, een breder politieke visie waarin gezondheid centraal staat. Alle departementen zijn hier aan zet, niet alleen VWS”, benadrukt De Vries.
WAT HOPEN JULLIE IN DRIE JAAR TE BEREIKEN?
De Vries: “Ik ben tevreden als we meetbare resultaten hebben dat de implementatie van leefstijl verbeterd is. We zijn nu aan het leren wat reëel lijkt om te bereiken in de drie jaar die we hebben, maar ik wil ook vooral ambitieus blijven. Laten we ernaar streven dat over drie jaar leefstijl in iedere spreekkamer aan bod komt op een adequate en effectieve manier. Bovendien moeten we nadenken over wat er daarna nodig is, want we zijn zeker niet klaar na drie jaar. Op de kortere termijn werken we aan zichtbaarheid en het maken van impact met de coalitie; voorkomen dat het een papieren tijger wordt. Een verbetering van de (leefstijl)zorg voor patiënten en het werkplezier van zorgprofessionals staat voorop.”
