Mensen met een zwangerschapswens willen de kans op conceptie, een gezonde zwangerschap en een gezonde baby zo groot mogelijk maken. Medicatiegebruik heeft ook invloed op zwangerschap. Het gesprek over medicatie in combinatie met het te berde brengen van een zwangerschapswens biedt openingen voor leefstijlverbetering. Dat is de ervaring van internisten Robin Peeters en Koen Verdonk uit het Erasmus MC. “Het wordt enorm gewaardeerd wanneer je als arts tijdens een medicatiegesprek met een patiënt met een zwangerschapswens bijvoorbeeld begint over een te hoog lichaamsgewicht, en aansluitend handvatten aanreikt.”
“Een vrouw had moeite om zwanger te raken. Zij en haar partner hadden best een ongezonde leefstijl. Tijdens mijn spreekuur legde ik uit wat het effect is van leefstijl op de kans om zwanger te worden en op de uitkomsten van de zwangerschap. Daarna besloot het stel gezonder te gaan leven. De twee begonnen veel te wandelen, lieten de auto staan als het kon. Bij het eerstvolgende consult was de vrouw zes kilo lichter. En kort erna was ze zwanger.”
Internist Koen Verdonk zou legio van dit soort verhalen kunnen vertellen. Tegelijk zegt hij: “Het is opvallend dat leefstijl vaak onderbelicht blijft tijdens het consult. Ik ontmoet vrouwen met overgewicht en een zwangerschapswens die al veel zorgverleners hebben gezien, maar bij wie nog nooit hun overgewicht aan de orde is gekomen.”
Chronische aandoening en leefstijl
Verdonk is niet alleen vasculair internist, maar ook één van de twee internisten obstetric medicine in ons land. Beiden zijn actief in het Erasmus MC. “In deze functie zie ik uitsluitend vrouwen met een chronische aandoening die zwanger willen worden, zwanger zijn of zwanger zijn geweest. Denk bijvoorbeeld aan vrouwen met diabetes, schildklierziekte, of hypertensie.”
Robin Peeters is internist en hoofd van de afdeling Interne Geneeskunde. Over de internisten obstetric medicine zegt hij: “Zij begeleiden vrouwen met een chronische ziekte tijdens de zwangerschap. Ze hebben feeling met alle dimensies van de zwangerschap, kijken bijvoorbeeld niet alleen naar diabetes. Dat totale beeld vinden wij belangrijk, onder meer omdat het de kans van kinderen op een gezonde start vergroot. We proberen op deze manier het risico op pre-eclampsie, zwangerschapsdiabetes en een laag geboortegewicht te verkleinen.”
Zelf behandelt Peeters volwassenen van alle leeftijden, dus ook vrouwen en mannen zonder zwangerschapswens of buiten de vruchtbare leeftijd. “Net als Koen zie ik veel patiënten met een chronische aandoening. Gezien mijn achtergrond als internist-endocrinoloog gaat het vaak om een schildklierziekte.”
Kinderwens als mooie gelegenheid
Heeft een vrouw met een chronische aandoening een kinderwens? Dan biedt het gesprek over het medicatiegebruik een mooie gelegenheid ook het thema ‘leefstijl’ aan te snijden. Voordat Peeters en Verdonk hierop ingaan, wil laatstgenoemde een veelvoorkomende misvatting wegnemen over de relatie tussen medicatie en de kans op een (gezonde) zwangerschap.
Chronische aandoeningen vragen vaak om – chronisch – medicatiegebruik. “Veel patiënten, en ook sommige artsen, denken dat je medicatie zoveel mogelijk moet afbouwen of er zelfs mee moet stoppen wanneer iemand in verwachting wil raken. Wij zeggen juist: het is wenselijk dat de aandoening van een vrouw zo goed mogelijk onder controle is op het moment dat zij een zwangerschap ingaat. Daarom is het meestal zaak in de periode vóór de zwangerschap de medicatie te blijven gebruiken. Sterker: soms is het beter die op te hogen of een middel toe te voegen. Denk aan GLP1-agonisten (afvalmedicatie) om ervoor te zorgen dat een vrouw een beter gecontroleerde diabetes en minder overgewicht heeft wanneer ze zwanger wordt.”
Ervaren drempel overkomen
Terug naar de kans om over leefstijl te praten. Peeters: “Wanneer een patiënt tijdens het medicatiegesprek vertelt een zwangerschapswens te hebben, is dat een mooi haakje om het over leefstijl voor hebben. Sommige zorgverleners ervaren een drempel om over leefstijl te beginnen bij bijvoorbeeld een vrouw met overgewicht, maar benut juist deze gelegenheid. Je kunt neutraal vertellen dat gewichtsreductie in het algemeen een gunstig effect heeft op de kans om zwanger te worden en op de zwangerschap zelf. En daarna vraag je: ‘Heb je misschien hulp nodig om af te vallen?’” In lijn met Peeters ervaring toont onderzoek aan dat 81 procent van de patiënten het gesprek over leefstijl (heel) belangrijk vindt en dat zelfs 92 procent van de patiënten vindt dat leefstijl onderdeel moet zijn van het behandelplan.
Verdonk: “De terughoudendheid heeft vermoedelijk ook te maken met gewenning. Een ongezonde leefstijl is min of meer de norm geworden; artsen kijken niet meer op van een BMI van 30. Maar dat mag je er niet van weerhouden het te bespreken. Patiënten waarderen het over het algemeen, zeker ook omdat ik een oplossing aandraag. Zo verwijs ik vaak naar de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI), bij voorkeur de online versie, omdat die vaak beter is te combineren met iemands privésituatie.”
Verdonk benadrukt: “Niemand heeft vrijwillig overgewicht. Veel vrouwen zijn je daarom dankbaar als je begint over leefstijlverbetering.” Peeters: “Hetzelfde geldt bij roken. Vaak worstelen mensen er al tijden mee en komen ze er niet uit. Dan wordt het op prijs gesteld als je het onderwerp benoemt en handvatten geeft. Zo zijn er heel goede stoppen-met-roken-programma’s.”
Bij iedere vrouw in de vruchtbare leeftijd ziet Verdonk uitsluitend patiënten met een zwangerschapswens, Peeters’ populatie is breder. Dan lijkt het minder evident te zijn om over dit onderwerp te beginnen. De internist weerspreekt dat. Bij iedere vrouw in de vruchtbare leeftijd vervlecht hij het thema in het medicatiegesprek.
“Stel, er is een ziekte gediagnosticeerd bij een vrouw van achttien jaar. Ik voer voor het eerst een medicatiegesprek met haar. Dan vertel ik dat het onderwerp ‘zwangerschap’ ooit relevant kan zijn in het beloop van haar ziekte. Waarschijnlijk wil ze nu nog niet zwanger worden, maar misschien wel als ze 28 is. Ik maak haar duidelijk dat ze tegen die tijd bij mij aan de bel moet trekken, omdat we willen voorkomen dat ik haar pas zie wanneer ze twintig weken zwanger is. Als de vrouw te zijner tijd aangeeft een zwangerschapswens te hebben, gaan we met medicatie maatwerk bieden om haar zo goed en gezond mogelijk door die periode te helpen. Mogelijk komt dan ook haar leefstijl aan de orde. Door het onderwerp los te koppelen van de actualiteit en te praten over een mogelijke toekomstige situatie, voer je dit gesprek op een natuurlijke manier. Op deze manier is ‘Zou je zwanger willen worden?’ geen inappropriate question.”
Hoe belangrijk het ook is leefstijlverbetering te stimuleren, Verdonk pleit voor een voorzichtige benadering. “We willen voorkomen dat mensen het als persoonlijk falen ervaren als ze niet zwanger worden of zwangerschapscomplicaties krijgen. We weten bijvoorbeeld dat sporten het risico op zwangerschapsvergiftiging flink verkleint. Maar het mag niet zo zijn dat een vrouw zich na lelijke complicaties het verwijt maakt onvoldoende te hebben gesport. Tegen patiënten zeg ik altijd: de grootste factor dat u ziek bent geworden, is pech. En de kans op pech kun je slechts enigszins beïnvloeden.”
Leefstijlzorgloket
De gemiddelde medisch specialist heeft niet veel tijd om met de patiënt te spreken over leefstijl. Verdonk: “Maar je kunt voorlichting geven over de invloed van leefstijl en ervoor zorgen dat de patiënt de volgende stap zet, zoals de GLI of een stoppen-met-roken-programma.” Peeters: “In het Erasmus MC verwijzen we patiënten regelmatig naar het leefstijlzorgloket, elders in het ziekenhuis. De patiënt wordt daar verder geholpen door bijvoorbeeld een verpleegkundig specialist die hem of haar koppelt aan het sociaal domein, zodat de patiënt ook buiten het ziekenhuis via een organisatie kan werken aan leefstijlverbetering. Bovendien kunnen patiënten in het Erasmus MC terecht bij medewerkers van de gemeente Rotterdam die deskundig zijn op het vlak van schuldsanering. Dat is ook belangrijk, want stress – bijvoorbeeld door financiële zorgen – heeft ook negatieve invloed op de zwangerschap.”
Een mooie manier om het effect van zo’n kort gesprek zo groot mogelijk te maken, is het concept van ‘teachable moments’ (zie kadertekst ‘Van zwangerschapswens een teachable moment maken’).
Van zwangerschapswens een teachable moment maken
Een teachable moment ontstaat wanneer iemand door zich door een gebeurtenis emotioneel geraakt voelt, meer kwetsbarheid ervaart en anders kijkt naar zichzelf of zijn sociale rol. Dit maakt diegene ontvankelijker voor leefstijladvies en navolging daarvan. Het zijn vaak meerdere momenten gezamenlijk die een window of opportunity vormen. Belangrijk is dat niet de gebeurtenis zelf, maar de betekenis die de patiënt eraan geeft, bepaalt of hij of zij het gedrag verandert. Zorgverleners kunnen zo’n moment benutten door in gesprek te gaan over zorgen, emoties en veranderingen in zelfbeeld of sociale rol. En door dit te verbinden aan leefstijl. Zo wordt een zorgvraag of emotie een ingang om samen leefstijlverandering te verkennen en te stimuleren.
Wil je meer weten over hoe je een teachable moment kan inzetten tijdens medicatieverandering? Lees hier verder.
‘De Week van Gezond Zwanger Worden is een landelijke bewustwordingscampagne van maandag 6 tot en met vrijdag 10 oktober 2025. Gezondheid, leefstijl en voorbereiding op een gezonde zwangerschap staan dan centraal. Zorgprofessionals, gemeenten, GGD’en en maatschappelijke organisaties zetten activiteiten op om (toekomstige) ouders te informeren en inspireren.
Het doel van de week is het belang van een gezonde start onder de aandacht te brengen. Een gezonde zwangerschap begint al vóór de bevruchting. Denk aan stoppen met roken, gezond eten, het gebruik van foliumzuur, het bespreken van erfelijke aandoeningen en het aanpassen van medicatie. Door hier tijdig aandacht aan te besteden, vergroten we de kans op een gezonde zwangerschap en een goede en kansrijke start voor ieder kind.
De Week van Gezond Zwanger Worden is een initiatief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in samenwerking met GGD GHOR Nederland en regionale en lokale partners. Samen maken we het verschil – voor nu én voor een gezonde toekomstige generatie.
Tekst: Gerben Stolk