In ons land voldoet meer dan de helft van de volwassenen niet aan de beweegrichtlijn. “En feitelijk is het nog erger, want die beweegrichtlijn is de ondergrens, echt het minimale voor voldoende bewegen”, stelt Erik Lenselink, directeur Beweegalliantie. “En dat is zonde! Voldoende bewegen is goed voor iedereen; voor jong en oud. Het helpt om gezondheidsproblemen te voorkomen en als je ziek bent, helpt het je om je veerkrachtiger te voelen. Je kunt dan beter met je ziekte omgaan en het verhoogt in veel gevallen je kwaliteit van leven. Onze doelstelling is dan ook dat in 2040 niet 44 procent, zoals nu, maar 75 procent van de mensen voldoet aan de beweegrichtlijn.”
Advies van zorgverleners heeft effect
Een ambitieuze doelstelling, erkent Lenselink ruiterlijk. “Om dat te kunnen bereiken hebben we de inzet van iedereen hard nodig, ook van de zorg. Want als je inzoomt op de groepen die onvoldoende bewegen of dat een lastige stap vinden, zijn dat veelal mensen met een chronische aandoening, ouderen en vaak ook mensen met een lagere sociale economische positie of migratieachtergrond. Tegen hen zeggen dat ze moeten gaan sporten, werkt vaak averechts. Juist deze groepen komen met hun gezondheids- of zorgvraag bij de zorgprofessional terecht of maken veelal structureel gebruik van de zorg. Juist op zulke momenten kun je mensen aanzetten om een eerste stap te maken naar meer bewegen. Als de zorgprofessional adviseert om te gaan bewegen, heeft dat zeker effect. Daarbij moet het gaan om laagdrempelig aanbod. Bijvoorbeeld wandelen. Dat is geschikt voor verschillende aandoeningen, zoals diabetes, COPD, MS, enzovoort. Tegelijk leidt een wandelgroep tot sociale cohesie. Huisartsen kunnen mensen bijvoorbeeld doorverwijzen naar een beweegcoach, een functionaris die in steeds meer gemeenten wordt aangesteld.”
Focus op de gehele samenleving
Lenselink ziet daarin veel samenhang met de doelen van de Coalitie Leefstijl in de Zorg. “Tegelijk is er sprake van aanzienlijke verschillen”, geeft hij aan. “De Coalitie heeft een heel brede focus, dat gaat over alle facetten van leefstijl in de zorg, waarvan bewegen er eentje is. De Beweegalliantie heeft een smallere basis, namelijk -inderdaad- bewegen. Tegelijk is het veel breder dan de Coalitie, omdat de Beweegalliantie zich richt op gehele samenleving, niet alleen op de zorg. Domeinen waar wij ons voor inzetten, zijn op dit moment: werk; onderwijs; vrije tijd; leefomgeving; mobiliteit en inderdaad ook de zorg. Er zijn zo’n 250 organisaties bij de Beweegalliantie betrokken, van grote branche- en koepelorganisaties tot lokale initiatieven, waarvan er zo’n 60 uit het zorgveld.”
Laagdrempelig beweegaanbod
In die zin vullen de Coalitie Leefstijl in de Zorg en de Beweegalliantie elkaar goed aan, is zijn overtuiging. “Als Beweegalliantie hebben we veel aansluiting buiten de zorg. Zorgverleners kunnen nog meer dan nu het geval is mensen activeren om te gaan bewegen. Dat aanbod zit soms al in de zorgtrajecten, maar het gaat vooral om demedicalisering. Ofwel: mensen aanzetten om structureel te gaan bewegen in eigen tijd. Dat betekent verwijzing naar de vrijetijdsector en daarbij moeten de verwijzers erop kunnen vertrouwen dat het beweegaanbod goed is georganiseerd. Tegelijk moet het aanbod passen bij de behoefte. Daar ligt duidelijk een taak voor ons. De Beweegalliantie wil partijen bij elkaar brengen en zo komen tot meer duidelijkheid en meer massa.” Lenselink constateert: “Nu is er sprake van veel versnippering, voor elke aandoening is er wel een apart beweegaanbod, met daarnaast nog een overdaad aan vrijetijds-aanbod. Dat zijn sympathieke initiatieven, maar het leidt vaak tot een onduidelijke lappendeken. Wij proberen het geheel meer te stroomlijnen door te komen tot één loket in een gemeente of wijk met een deskundige beweegcoach, en een laagdrempelig aanbod dat geschikt is voor verschillende aandoeningen.”
Verschil maken
“Dat wetenschappelijk is aangetoond dat bewegen leidt tot meer jaren in goede gezondheid, is inmiddels algemeen bekend”, stelt Lenselink. “Toch blijft het voor sommige mensen moeilijk om dat te doen. Daar ligt een taak voor overheden, zoals fietsvriendelijke wijken, goede wandelmogelijkheden, veilige ruimtes voor ontmoeting en bewegen enzovoort. Binnen onze aandachtsdomeinen zetten werkgroepen, bij ons ‘cirkels’ genoemd, zich in om dat te stimuleren. Tegelijk ontslaat dat mensen niet van hun eigen verantwoordelijkheid voor hun eigen beweeggedrag.” Met nadruk: “Maar alle kleine zetjes kunnen helpen. ook vanuit zorgorganisaties en zorgverleners. Zij kunnen er een positieve rol in spelen. Bijvoorbeeld door digitaal mensen aan te zetten om te bewegen, zoals op Thuisarts.nl. Of in het zorgtraject alvast te wijzen op het belang van blijven bewegen. Zo hoop ik oprecht dat in de uitvoering van het GALA en het IZA – het Gezond en Actief Leven Akkoord en het Integraal Zorg Akkoord – bewegen een goede plek krijgt. De Coalitie Leefstijl in de Zorg juicht dat toe. Wij uiteraard ook: voor ons maakt dat het eenvoudiger om samen met de alliantiepartners echt het verschil te kunnen maken. Samen op naar die 75 procent in 2040 die aan de beweegrichtlijn voldoet. Dat zou een fantastische uitkomst zijn.”