Het team Opleiden en Professionaliseren van de Coalitie Leefstijl in de Zorg, onder regie van Vereniging Arts en Leefstijl, werkt samen met Alliantie Voeding in de Zorg aan de ontwikkeling en implementatie van leerdoelen rondom voeding en leefstijl in geneeskundeopleidingen. Op die manier wordt ingespeeld op de noodzaak en groeiende behoefte om leefstijl integraal onderdeel te maken van medische curricula. Hier bespreken Femke Rutters (universitair hoofddocent Amsterdam UMC, leefstijlonderzoeker en Principal Educator leefstijlonderwijs aan de UvA) en Manon van den Berg (Themaleider Voeding, voedings- en leefstijlonderzoeker en universitair docent voeding -en leefstijlonderwijs binnen het Radboudumc) wat er allemaal komt kijken bij de ontwikkeling van deze leerdoelen voor geneeskundeopleidingen.
De toename van leefstijl gerelateerde chronische aandoeningen – zoals obesitas, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten – onderstreept het belang van preventieve gezondheidszorg. Ondanks het potentieel dat leefstijlgeneeskunde heeft om deze aandoeningen te voorkomen of te verminderen, is het nauwelijks onderdeel van het medisch curriculum. Een inventarisatie uit 2020 laat zien dat geneeskundestudenten in Nederland gemiddeld 57 uur (3,8%) aan leefstijl gerelateerde educatie tijdens hun bacheloropleiding krijgen. Bovendien zijn er flinke verschillen tussen faculteiten.. Bovendien zijn er flinke verschillen tussen faculteiten.
“In het OER (Onderwijs- en Examenreglement) Geneeskunde staat wel dat er aandacht voor leefstijl en preventie moet zijn in het curriculum, maar hoe, wat, wanneer en hoeveel staat niet duidelijk gedefinieerd. Bij wijze van spreken is één college over het gebruik van zonnebrand ter voorkoming van huidkanker voldoende”, zegt Femke Rutters. “Een van de doelen van het team Opleiden en Professionaliseren is het opstellen van concrete leerdoelen ten aanzien van leefstijl om daarmee meer handvatten te bieden om leefstijl in de geneeskundeopleidingen in te bedden. Omdat dit een vrij grote opdracht is hebben we dit project in tweeën gedeeld, waarbij een werkgroep naar leerdoelen op het gebied van voeding kijkt en een andere werkgroep zich richt op overstijgende doelen en andere leefstijlelementen namelijk alcohol, middelgebruik, fysieke activiteit, slaap en ontspanning. De resultaten worden gebundeld en op elkaar afgestemd”, legt Rutters uit.
Breed draagvlak creëren
“We zijn al een heel eind met het vormgeven van de leerdoelen. Daarbij werken we samen met onder meer alle medische faculteiten (werkgroep Voeding in het Geneeskundeopleiding), de werkgroep Preventie & Leefstijl van het NVMO (Nederlandse Vereniging voor Medische Onderwijs), Student en Leefstijl, Onderwijscommissie Geneeskunde (OCG; officieel advies orgaan van de Nederlandse Federatie van Universitair Medisch Centra), stichting Alliantie Voeding in de Zorg (coördinator van het project en verbinder naar onderwijsvernieuwing) maar ook met anders stakeholders, bijvoorbeeld het Voedingscentrum en de Nederlandse Vereniging van Diëtisten. We toetsen bij experts vanuit het gehele leefstijlveld of we compleet zijn in onze leerdoelen en of de juist prioritering hebben aangebracht”, vertelt Manon van den Berg, die trekker is van de voedingsdeel.
“We hebben onze leerdoelen meerdere keren besproken met stakeholders om te zorgen dat ze breed gedragen worden. Iedereen benadrukt het belang van leefstijl als integraal onderdeel van de geneeskundeopleiding. Dat betekent niet dat elke arts een leefstijlarts moet worden, maar leefstijl moet wel in hun toolbox zitten. Het is essentieel dat artsen, ongeacht hun specialisatie, het gesprek over leefstijl durven aan te gaan. Want als zij het niet doen, wie dan wel?”, aldus Rutters.
Leerdoelen bijna gereed
We proberen te komen tot overkoepelende leerdoelen in een kort, overzichtelijk maar tegelijkertijd compleet document. We zullen de leerdoelen onderverdelen in ‘must haves’ die terug moeten komen in de basisopleiding en ‘nice to haves’ die wellicht een plek kunnen krijgen in vervolgopleidingen. Waar de voedingsleerdoelen meer inhoudelijk zijn, gaan de overstijgende leerdoelen vooral over communicatie en leefstijlvaardigheden. Het is waardevol dat toekomstig artsen zelf wat weten over leefstijl, zich comfortabel voelen om het leefstijlgesprek aan te gaan, maar zich ook realiseren wanneer en naar wie ze kunnen doorverwijzen”, aldus Rutters.
“Voor voeding hebben we kunnen voortborduren op wat door de, tijdens corona opgerichte, werkgroep Voeding in Geneeskundeopleiding al in gang is gezet. Toen werd gesignaleerd dat er nauwelijks aandacht was voor voeding in de opleidingen (29 uur in de gehele bacheloropleiding) en is er nagedacht over wat prioriteit zou moeten hebben. Door tijdgebrek is het niet echt van de grond gekomen. Het is ontzettend fijn dat we via de Coalitie Leefstijl in de Zorg nu uren vrij kunnen maken om een goed plan uit te werken. De leerdoelen voeding zijn zo goed als klaar en afgestemd met alle stakeholders en op de algemene, overstijgende leerdoelen. Er zal nog wat laatste finetuning plaatsvinden en dan zijn ze gereed”, licht Van den Berg toe.
Via fase 2 en 3 naar implementatie
Rutters: “We bevinden ons nu aan het einde van fase 1 van dit project, het opstellen van de leerdoelen. In fase 2 inventariseren we bestaand onderwijs dat aansluit op deze doelen en bekijken we hoe dit tussen faculteiten gedeeld kan worden. Fase 3 richt zich op het ontwikkelen van aanvullend onderwijs waar nodig, inclusief toetsvragen. Eind 2025 verwachten we alles af te ronden. Het doel is artsen op te leiden met een solide basis in leefstijl, een praktische toolbox, en het vermogen om zelf het goede voorbeeld te geven.”
Van den Berg voegt toe: “Voor blijvend effect moeten de leerdoelen en bijbehorend onderwijs expliciet worden opgenomen in alle curricula. Zo zorgen we ervoor dat toekomstige artsen, ongeacht hun universiteit, eenduidig worden opgeleid in leefstijl.”
Kansen en uitdagingen voor implementatie
Daarom wordt er door team Opleiden en Professionaliseren van de Coalitie Leefstijl in de Zorg tevens onderzoek gedaan naar welke factoren de implementatie van leefstijlgeneeskunde in medische curricula bevorderen of juist belemmeren. Tussentijdse analyse laat zien dat implementatie wordt belemmerd door systemische en attitude gerelateerde barrières. Systemische belemmeringen zijn bijvoorbeeld een overvol curriculum, beperkte aandacht voor preventieve zorg maar ook politieke en financiële beperkingen. Stigma is een voorbeeld van een attitude gerelateerde uitdaging. Toepassing van evidence based medicine (als middel om de legitimering van leefstijlgeneeskunde te waarborgen) en praktische implementatiestrategieën (communicatietraining en motiverende gespreksvoering) zijn juist bevorderende factoren.
“Daadwerkelijke verandering en implementatie kost tijd en geld. Met de huidige bezuinigingen op onderwijs en zorg houd ik mijn hart vast. En dat terwijl het nu meer dan ooit belangrijk is dat we doorgaan met preventie van leefstijl gerelateerde ziekten”, stelt Van den Berg.
Leefstijl onderwijs breed inzetten?
Kunnen andere opleidingen organisatie profijt hebben van jullie aanpak? “We zijn nu gericht bezig geweest voor het geneeskunde onderwijs, maar wel met het oog op een warme overdracht naar andere opleidingen. Voor medische opleidingen op HBO- en MBO-niveau zal deze aanpak en kunnen sommige onderwijsonderdelen zeker interessant zijn. Maar wellicht zou leefstijl wel onderdeel van elke opleiding kunnen en moeten zijn”, besluit Rutters.
Preworkshop NVMO-congres
Op 15 en 16 mei 2025 vindt het NVMO-congres plaats. Daar wordt een pre-conference workshop gegeven waarin de projectgroep de ontwikkelde leerdoelen en eerste resultaten van het onderzoek zal presenteren. Van den Berg: “Uiteindelijk willen we dat iedereen achter deze leerdoelen kan staan en dat ze aansluiten bij de behoefte zodat ze vervolgens succesvol geïmplementeerd zullen worden.”besluit Van Beek.