PON: niet aflatende strijd tegen overgewicht en obesitas

Geplaatst op:

20-02-2024

Leestijd 5 - 6 minuten

Geschreven door: Coalitie Leefstijl in de Zorg

Dit bericht delen op:

Dat PON als deelnemer is aangesloten bij de Coalitie Leefstijl in de Zorg is in feite voor de hand liggend. PON staat voor Partnerschap Overgewicht Nederland, een koepelorganisatie van 22 organisaties en dat aantal blijft groeien: medische en paramedische beroepsverenigingen, patiëntenorganisaties, wetenschappelijke en publieke gezondheidsorganisaties en zorgverzekeraars.

Synergie

“Centraal bij PON staat de aanpak van overgewicht en obesitas”, licht dr. Karen Freijer toe, algemeen manager. “Dat is aanpalend aan de inzet van de Coalitie Leefstijl in de Zorg. Leefstijl is -naast vele andere factoren- belangrijk in het ontstaan en blijven bestaan van overgewicht en obesitas. De kennis en expertise hierover bij PON kunnen we inbrengen bij de Coalitie. In de verbinding ontstaat er een krachtige synergie, waarbij we elkaar kunnen versterken.”

Nieuwe richtlijn

Ze vervolgt: “De aanpak van overgewicht en obesitas is een van de onderdelen van het Nationaal Preventie Akkoord. Het ministerie van VWS heeft het PON verzocht om de toenmalige richtlijn en zorgstandaard overgewicht en obesitas te herzien. Deze nieuwe richtlijn inclusief zorgstandaard is sinds juli 2023 online beschikbaar. Een korte samenvatting en handige links voor de praktijk zijn te vinden op www.behandelovergewicht.nl.”

“Daarnaast hebben we op verzoek van VWS het landelijk (basis)model ‘Netwerkaanpak voor volwassenen met overgewicht en obesitas’ ontwikkeld, dat gemeenten of lokale/regionale initiatieven handvatten biedt voor het organiseren van een netwerkaanpak voor volwassenen met overgewicht en obesitas. PON heeft dit model met zeven koplopergemeenten ontwikkeld. Dit is een praktische vertaling van de richtlijn voor de organisatie van passende ondersteuning en zorg. Tevens heeft het PON vanuit het Preventieakkoord met twee andere partijen de opdracht gekregen om ervoor te zorgen dat er meer aandacht komt voor overgewicht en obesitas in het onderwijs voor zorgprofessionals. Daar maken we ons ook hard voor.”

Passende zorg

“En dat is nodig”, benadrukt prof. dr. Liesbeth van Rossum, internist-endocrinoloog en hoogleraar Obesitas aan het Erasmus MC en tevens voorzitter van PON. “Momenteel heeft de helft van de Nederlanders overgewicht en de nieuwe berekeningen gaan naar bijna 60 procent in 2040. Terwijl de ambitie in het Preventieakkoord was dat maximaal 38% van de volwassenen en maximaal 9,1% van de kinderen overgewicht zou hebben in dat jaar. Uit het recente onderzoek van het RIVM blijkt dat dit niet wordt behaald en dat is uitermate zorgelijk. Want obesitas is een door de WHO en de Gezondheidsraad erkende ziekte. Ons vetweefsel is een orgaan (net als een lever of hart), dat vele hormonen maakt en andere stoffen die belangrijk zijn voor o.a. het immuunsysteem. Als je te veel (buik)vet hebt, dan wordt dat vet ziek, gaat disfunctioneren en veroorzaakt daarmee subtiele ontstekingen door het hele lichaam. Zo werken bijvoorbeeld bepaalde stoffen die de eetlust reguleren, niet meer. Het lichaam kan bijvoorbeeld niet voldoende signalen geven dat het genoeg voeding heeft gehad en/of het brein reageert gevoeliger op voedselprikkels uit de omgeving, met name calorierijke producten. Dat combineert niet goed met de huidige voedselomgeving, die ons dagelijks uitnodigt om ongezond te eten. Hiervoor is betere collectieve preventie vanuit de overheid noodzakelijk. Daarnaast is passende behandeling noodzakelijk voor een individu die al obesitas heeft. Ook gezien de inzichten dat het lichaam van iemand die obesitas had en is afgevallen, de neiging houdt om terug te gaan naar het eerdere, hogere gewicht. Dat gaat via verschillende mechanismen waarvan er recent nieuwe zijn opgehelderd. Het betekent dat als iemand ooit obesitas heeft gehad, het lichaam als het ware geherprogrammeerd is op een ongezonder gewicht. Deze mensen moeten altijd meer moeite doen op een gezonder gewicht te blijven. Onder andere door veel meer te bewegen dan de landelijke beweegnorm.” 

Van Rossum wijst erop dat, naast leefstijl, ook andere oorzaken tot obesitas kunnen leiden. “Om na te gaan welke leefstijlfactoren en andere factoren meespelen bij een individu is in de afgelopen jaren een diagnostische tool ontwikkeld die op basis van richtlijnen alle leefstijlfactoren (op het gebied van voeding, beweging, slaap en stress) uitvraagt, evenals andere psychische, sociale, en medische factoren die het effect van een leefstijlinterventie in de weg kunnen staan. De samenvatting/uitslag van de diagnostische tool kan de patiënt meenemen of toesturen naar de zorgverlener, waardoor het consult veel beter is van kwaliteit en er ruimte is voor een gesprek over de knelpunten en de wensen van de patiënt. Deze online vragenlijst met algoritmen, die ook in de richtlijn wordt aanbevolen, staat op www.checkoorzakenovergewicht.nl en bevat dus tevens een ‘leefstijlchecker’. Het zou goed zijn als zorgverleners zich meer bewust zijn van de complexiteit van obesitas en hierover meer uitleg geven aan patiënten, maar dat is nog steeds onvoldoende het geval.”

Vol bad met kraan open

Bevlogen: “Obesitas is niet alleen zelf een ziekte, maar is ook een poortziekte naar ruim 200 andere aandoeningen, waaronder diabetes, hart- en vaatziekten, gewrichtsproblemen, bepaalde soorten kanker, onvruchtbaarheid, depressie, angststoornissen en dergelijke. Het bad is vol, terwijl de kraan wagenwijd open staat. 50% van de volwassenen heeft overgewicht en 15% obesitas, in een obesogene omgeving. Die kraan moet dicht! Daar ligt een belangrijke taak voor de overheid. Zij moet komen met wettelijke maatregelen voor onder andere een gezondere voedsel- en beweegomgeving. Daar geven we heel veel adviezen over, maar het is aan de overheid om stappen in nemen.”
De recent ingevoerde verbruiksbelasting op frisdranken noemt ze een ‘druppeltje op een gloeiende plaat, “maar in combinatie met andere maatregelen, zoals belastingen op andere ongezonde producten en verbod op reclame voor ongezonde producten, kan dat effectief zijn. Deze kraan dichtdraaien is dus een taak van de overheid. En ook van het bedrijfsleven, hoewel het eerdere akkoord met de voedselindustrie bar weinig heeft opgeleverd, zo is inmiddels gebleken.”

Van Rossum merkt op: “Het volle bad loopt niet vanzelf leeg door alleen de kraan dicht te zetten, ofwel door uitsluitend in te zetten op de collectieve preventie. Het leeg laten lopen van het bad is een taak van de zorgverleners en de zorgverzekeraars, en tot op zekere hoogte ook van het individu. Dat moet ook gebeuren. En dat betekent obesitas bespreekbaar maken en toeleiden naar passende ondersteuning en behandelingen. En om dat bad leeg te laten lopen, slaat PON enorm graag de handen ineen met de Coalitie voor meer integratie van leefstijl in de zorg.”

GLI in basispakket

Van Rossum is blij met de invoering van de GLI (Gecombineerde Leefstijl Interventie) in het basispakket: “We hebben ons jaren hard gemaakt voor het invoeren van leefstijlinterventies in de zorgverzekering. Tot 2019 werd er namelijk voor mensen met overgewicht met complicaties of met obesitas geen GLI of farmacotherapie vergoed, ook al stond dat destijds al in de toenmalige richtlijn. Pas als iemand een BMI van 40 of hoger had, kwam hij/zij in aanmerking voor bariatrische chirurgie ofwel maagverkleining. Mensen kregen in die tijd bij een BMI van bijvoorbeeld 38 soms letterlijk het advies om extra te eten om de BMI omhoog te krijgen, zodat ze voor de vergoeding in aanmerking komen. Pas toen we deze bizarre situatie vertelden in een tv-programma op prime time, gingen relevante partijen daarover met ons in overleg. Dat heeft uiteindelijk geleid tot de leefstijlprogramma’s als vergoede zorg. Heel belangrijk, want volgens de richtlijn is juist de eerste stap in de behandeling vaak een gecombineerde leefstijlinterventie. Dat die richtlijnen goed worden geïmplementeerd en uitgevoerd, is van groot belang en dat is eveneens een aandachtspunt van PON. Daarbij is inzet van passende ondersteuning noodzakelijk voor het sociaal-economisch en psychosociaal welzijn van de betreffende persoon (stress, schulden, eenzaamheid etc.) om een GLI optimaal te kunnen laten werken. Daarom is het goed samenwerken van professionals in het sociaal en (para)medisch domein de basis voor de juiste totale ondersteuning en zorg van iemand met een chronische aandoening zoals (ernstig) overgewicht.”

Lange adem

Freijer vult haar aan. “Het gaat bij de inzet van PON in feite om vier vormen van preventie: universeel, selectief, geïndiceerd en zorggerelateerd. Ofwel: preventie voor de gehele bevolking; voorkomen dat personen ziek worden; juiste hulp/ondersteuning voor mensen met een verhoogd risico; voorkomen dat klachten verergeren en het borgen van een goede kwaliteit van leven door het reduceren van de ziektelast.” In die brede aanpak is Nederland overigens koploper en krijgt daardoor ook Europese aandacht. Zo heeft Liesbeth van Rossum recent een presentatie gehouden voor de leden van de Europese Commissie. PON heeft ook een award gewonnen van het EASO (European Association for the Study of Obesity) voor de beste samenwerking in de aanpak  van overgewicht en obesitas. “Het is een zaak van zeer lange adem”, erkennen beide dames. “Blijven doorgaan met zaadjes planten. Daarom zijn we ook blij met de samenwerking van de Coalitie Leefstijl in de Zorg. Het is goed om de handen ineen te slaan.”

Liesbeth van Rossum

Gericht op actie

Betrokken partijen

De Coalitie Leefstijl in de Zorg bestaat uit een groeiende verzameling van partijen die actief zijn in en om de zorg, in beleid, op het terrein van wetenschap en innovatie of op een andere manier betrokken zijn bij leefstijl in de zorg.