De Coalitie Leefstijl in de Zorg zet zich in om leefstijl tot een integraal onderdeel van de reguliere zorg te maken. Met verschillende teams wordt aan deze doelstelling gewerkt. Zo inventariseren binnen team Onderzoek vier subteams welke kennishiaten er zijn ten behoeve van een kennisagenda op het gebied van leefstijl in de zorg. Maria Hopman (Hoogleraar Integratieve fysiologie, Radboudumc) en Suzan Wopereis (principal scientist, TNO) geven hier inzicht in het inventarisatieproces van subteam biologische mechanismen.
Dit is het laatste bericht van een serie waarin de vier subteams van team Onderzoek binnen de Coalitie Leefstijl in de Zorg inzicht geven in hun activiteiten.
Enthousiaste experts
“Maria Hopman en ik zijn gevraagd om het subteam Biologische mechanismen van het team Onderzoek binnen de Coalitie te trekken. We zijn experts bij elkaar gaan zoeken die vanuit verschillende invalshoeken aan dit thema werken. Al snel hadden we een groep van ruim twintig experts verzameld. Het doel is om met de experts gezamenlijk vast te stellen welke mechanistische inzichten, die nu nog ontbreken, bijdragen aan het verfijnen en/of verbeteren van leefstijlinterventies en aan het beter voorspellen welke aanpak het beste werkt voor welke patiënt. De discussies met de experts zullen tot een aantal onderzoeksthema’s en bijbehorende kennisvragen leiden waarvan wij denken dat het belangrijk is om onderzoek naar te doen. Samen met de bevindingen van de andere drie subteams leidt dit tot een kennisagenda. We hebben onderling ook contact, zodat we geen dubbel werk doen maar aanvullend zijn”, legt Suzan Wopereis uit.
Belang biologische mechanismen van leefstijlinterventies
Inzicht in de biologische mechanismen die ten grondslag liggen aan succesvolle leefstijlinterventies kan bijdragen aan effectievere en meer gepersonaliseerde inzet van deze leefstijlinterventies in de zorg. “En dat maakt dat gunstige gezondheidseffecten kunnen worden bewerkstelligd. Van veel klassieke interventies, zoals geneesmiddelen, is bekend hoe ze mechanistisch werken. Voor veel leefstijlinterventies gericht op bijvoorbeeld bewegen, voeding en mentale gezondheid is er wel enige mechanistische kennis aanwezig voor primaire preventie, maar ontbreekt het vaak aan kennis in de curatieve setting. Die kennis willen we vergroten om beter te kunnen voorspellen welke interventie bij welke patiënt de meeste kans op succes biedt”, vertelt Maria Hopman.
“Hoewel we al best veel weten over de mechanismen achter leefstijlinterventies, is er ook nog veel te ontdekken. Bijvoorbeeld over de interacties tussen leefstijlinterventies. Wat we weten richt zich vooral op de gezonde populatie of mensen met verhoogd risico op het ontwikkelen van een leefstijlgerelateerde aandoening. Als het gaat om leefstijlgerelateerde aandoeningen, en met name als er sprake is van multimorbiditeit, is het lastiger”, vult Wopereis aan.
Succesvolle eerste expertmeetings
In mei vond de eerste expertmeeting plaats. “Deze eerste meeting hebben we echt gebruikt om informatie en wensen op te halen bij een brede groep experts. Daarbij hebben we ons met name gefocust op drie opkomende volksaandoeningen; obesitas, kanker en alzheimer. Er kwamen al mooie dingen naar boven en bovendien was er behoorlijk veel consensus over wat van belang is en waar nog veel winst te behalen valt”, aldus Hopman.
“Tijdens die eerste sessie hebben we vier onderzoeksthema’s geïdentificeerd en voor elk een eerste set met kennisvragen geformuleerd. Alle experts hebben vervolgens deze vragen gescoord. Het was goed om te zien dat iedereen aangaf dat we de kern hebben geraakt en de belangrijkste thema’s gevangen hebben. In juli hebben we tijdens de tweede expertmeeting de vragen verder verfijnd en gekeken of ze helder geformuleerd waren. Tijdens de laatste meeting hebben we de puntjes op de i gezet en de kennisvragen definitief vastgesteld”, zegt Wopereis .
De onderzoeksthema’s zijn:
- Generieke biologische mechanismen die onderliggend zijn aan de relatie tussen leefstijl en ziekte en het effect van leefstijlinterventie in de behandeling ervan verklaren;
- Ziekte-specifieke biologische mechanismen die onderliggend zijn aan de relatie tussen leefstijl en ziekte en daarmee aangrijpingspunt voor leefstijlinterventies kunnen vormen;
- Biologische mechanismen die verschillen in effect van leefstijlinterventies op ziekteactiviteit verklaren op individueel- of groepsniveau;
- Biologische mechanismen die duurzame gedragsverandering mogelijk maken en de biologische mechanismen achter succesfactoren van effectieve leefstijlinterventies.
Multimorbiditeit
“Steeds meer patiënten lijden aan twee of meer chronische aandoeningen. Wellicht zou bij deze patiënten een combinatie van leefstijlinterventies overwogen kunnen worden. Maar tot dusver ontbreekt de kennis over hoe componenten van diverse leefstijlinterventies elkaar versterken, dan wel verzwakken. Vragen als ‘Welke generieke biologische mechanismen liggen ten grondslag aan de effectiviteit van leefstijlinterventies bij het vertragen/omkeren van chronische ziekten?’ en ‘Welke biologische mechanismen liggen ten grondslag aan de effectiviteit van leefstijlinterventies bij veel voorkomende combinaties van chronische ziekten?’ zouden we graag beantwoord zien. Maar we willen ook weten elke biologische mechanismen betrokken zijn bij de interactie tussen verschillende componenten van leefstijlinterventies (bijvoorbeeld beweging en voeding). Daarbij willen we aansluiten op de praktijk, zodat direct een basis voor implementatie gelegd kan worden”, benadrukt Hopman.
Ziekte-specifieke aangrijpingspunten
Naast brede generieke mechanistische vragen is het ook waardevol te begrijpen welke specifieke mechanismen kunnen bijdragen aan het terugdringen van veelvoorkomende chronische aandoeningen. Wopereis: “Kanker, dementie en obesitas zijn door in het regeerakkoord vastgesteld als belangrijke thema’s voor de leefstijlcoalitie. We willen dan ook aandacht vragen voor onderzoek naar in hoeverre leefstijlinterventies het risico op terugkeer van tumoren, de effectiviteit van de behandeling van kanker en/of de kanker-specifieke mortaliteit kunnen beïnvloeden. En welke biologische mechanismen daarachter zitten. Of hoe leefstijl invloed heeft op de effectiviteit van reguliere kanker(specifieke) medicatie. Voor dementie kun je denken aan vragen als ‘Welke leefstijlgerelateerde interventies kunnen het beste ingezet worden bij welke vorm van dementie en in welke fase van dementie, en welke biologische mechanismen zijn hierbij betrokken? Bij obesitas is het interessant te weten welke leefstijlinterventies vetverlies kunnen bevorderen en spiermassa behouden waarmee de metabole gezondheid bij obesitas wordt bevorderd.”
Wat werkt voor wie?
“Een ander belangrijk thema is wat voor wie werkt en waarom. Wat zijn de onderliggende mechanismen waarom iets wel of niet werkt? Allerlei factoren zijn van invloed op de uitkomsten van leefstijlinterventies. Denk daarbij aan (medische) voorgeschiedenis, sociaaleconomische positie, culturele en etnische achtergrond en leefomgeving, maar ook biologische variabelen zoals onder andere leeftijd, geslacht en (epi)genetische verschillen. We willen dan ook antwoord op vragen als: ‘Welke biologische mechanismen verklaren dat een leefstijlverbetering bij sommige mensen voor een grotere gezondheidswinst zorgt dan bij anderen waarbij contextuele factoren invloed hebben op de biologische mechanismen? Hoe kan deze kennis optimaal worden ingezet om leefstijlinterventies te verfijnen en hun effectiviteit te verbeteren?’ en ‘Welke kenmerken van individuen beïnvloeden de effectiviteit van leefstijlinterventies op chronische ziekten (gunstig of ongunstig)?’”, licht Hopman toe.
Mechanismen achter duurzame gedragsverandering
“Wat voor mij opvallend was, en iets waaraan ik zelf niet direct had gedacht, is het thema biologische mechanismen achter beloning. Bij het inzetten van leefstijlinterventies in de curatieve zorg is duurzame gedragsverandering natuurlijk cruciaal. Het is echter niet goed bekend welke biologische mechanismen een belangrijke rol spelen bij langdurige gedragsveranderingen en de diverse beloningssystemen die er zijn en hoe vervolgens van dat beloningssysteem gebruik kan worden gemaakt om duurzame gedragsverandering te bevorderen. Daarnaast is het waardevol meer te begrijpen wat de onderliggende biologische mechanismen zijn van succesvolle mentale leefstijlinterventies, zoals mindfulness en ontspanning en welke biologische mechanismen ten grondslag liggen aan de effecten van leefstijlinterventies gericht op structuur in de dag en een vast leefritme, en rust, reinheid en regelmaat”, besluit Wopereis.
Team Onderzoek van de Coalitie Leefstijl in de Zorg bestaat uit vier subteams: Biologische mechanismen, Duurzame gedragsverandering, Implementatie methodologie en Gezondheidsdata-infrastructuur. Deze subteams voeren elk een inventarisatie uit naar kennislacunes die implementatie van leefstijlinterventies belemmeren. De bevindingen worden gebundeld en leiden tot een strategische kennisagenda, die in eind 2023 wordt verwacht.
[Ev1]Wellicht dit van maken?