De Coalitie Leefstijl in de Zorg zet zich in om leefstijl tot een integraal onderdeel van de reguliere zorg te maken. Met verschillende teams wordt aan deze doelstelling gewerkt. Zo inventariseren de vier subteams binnen team Onderzoek welke kennishiaten er zijn ten behoeve van een kennisagenda op het gebied van leefstijl in de zorg. Bart Kiemeney (hoogleraar Epidemiologie en hoofd van de afdeling Health Evidence, Radboudumc) en Jessica Kiefte (hoogleraar Population Health, LUMC) geven hier inzicht in het inventarisatieproces van hun subteam Implementatie (methodologie en uitkomstmaten).
Dit bericht is onderdeel van een serie waarin de vier subteams van team Onderzoek binnen de Coalitie Leefstijl in de Zorg inzicht geven in hun activiteiten.
Op zoek naar de beste onderzoeksmethoden en uitkomstmaten
“We richten ons als team vooral op de vraag welke methoden het meest geschikt zijn voor het evalueren van de effectiviteit en implementatie van leefstijlinterventies in de zorg en welke uitkomstmaten onderzocht moeten worden. We leggen de nadruk dus op onderzoeksaspecten en niet zozeer de meer pragmatische en organisatorische vragen rondom implementatie. Je kunt het zien als onderzoek naar onderzoek doen. Dat is nodig omdat onderzoek naar leefstijlinterventies en hun implementatie complex is. Gerandomiseerde studies (RCTs), de gouden standaard voor het aantonen van effectiviteit van een interventie in de zorg, zijn vaak niet zo geschikt voor het onderzoeken van interventies ter bevordering van leefstijl. Een RCT houdt bijvoorbeeld geen rekening met real-life factoren die de implementatie in de dagelijkse praktijk beïnvloeden”, legt Jessica Kiefte uit.
Vruchtbaar inventarisatieproces
“Jessica en ik trekken dit subteam samen en hebben een mooie groep met experts weten te verzamelen. Onder andere huisartsen, implementatie-experts, internisten, methodologen en epidemiologen leveren een bijdrage. Net als de andere subteams komen we driemaal samen om tot een lijst met kennisvragen te komen. We zijn al twee keer bijeen gekomen en op 10 oktober vindt de laatste bijeenkomst plaats. Dat zal een ‘afvinkvergadering’ zijn, waarin we de laatste puntjes op de ‘i’ zetten en checken of er geen overlap is met de andere subteams. We zijn in de eerste twee meetings al ver gekomen, het verliep vlot en harmonieus. Iedereen kon vanuit zijn eigen expertise zijn ei kwijt”, vindt Bart Kiemeney.
“Het proces is inderdaad goed verlopen, iedereen was enthousiast en wilde graag meewerken. Het was waardevol om hierover met een diverse, interdisciplinaire groep experts te brainstormen. In het begin was het wel even schakelen dat we echt de focus op methodologie moesten houden. Tijdens de eerste bijeenkomst hebben we besproken wat de belangrijkste thema’s zouden moeten zijn en al snel kwamen we tot een grote lijst met kennisvragen. Gedurende de tweede meeting hebben we de vragen gefinetuned en geprioriteerd. Er was eigenlijk vrij snel consensus over de vragen”, vult Kiefte aan.
Kennisvragen effectiviteitsonderzoek
Kiemeney: “We maken onderscheid tussen onderzoek naar effectiviteit van leefstijlinterventies in de zorg en implementatiestrategieën. En bij beide onderwerpen kijken we naar wat optimale uitkomstmaten zijn.”
Bij effectiviteitonderzoek komt dat neer op kennisvragen zoals:
- Welke designs zijn het meest geschikt voor de evaluatie en implementatie van leefstijl in de zorg en wat zijn de sterke / zwakke punten, kansen en bedreigingen van een design als het gaat om methodologische grondigheid, praktische relevantie voor de zorg en uitvoerbaarheid van een interventie?
- Hoe moet evaluatieonderzoek voor complexe aandoeningen en multimorbiditeit eruit zien?
- Wat zijn vroege indicatoren van langdurig effect van een leefstijlinterventie en hoe kunnen deze zoveel mogelijk worden meegenomen in effectiviteitsstudies?
- Wat vinden patiënten wenselijke uitkomsten? Wat is effectief vanuit patiëntenperspectief?
- Hoe kunnen uitkomstmaten zo worden gekozen dat verschillende studies naar de effectiviteit van leefstijlinterventies in de curatieve zorg vergelijkbaar zijn?
Kennisvragen implementatieonderzoek
- Welke designs lenen zich het best voor kort cyclisch actiegericht onderzoek?
- Hoe prioriteren stakeholders de verschillende aspecten van implementatie?
- Wat zijn de prioriteiten van stakeholders als het gaat om maten voor effectiviteit en implementatie?
- Welke designs lenen zich het beste voor de rekrutering van brede groepen (inclusief mensen met lage gezondheidsvaardigheden), hoe voorkom je dat de informed consent procedure mensen afschrikt?
- Hoe kunnen field labs een rol spelen bij het (onderzoeken van) de implementatie van leefstijlinterventies?
- Hoe uitgebreid, systematisch, stakeholder- en theorie-gestuurd moeten implementatieprogramma’s zijn om praktisch haalbaar te zijn?
Alle stakeholders en beschikbare data meenemen
“Wat betreft de uitkomstmaten willen we onder meer weten welke klinische, medische en biologische uitkomstmaten belangrijk zijn voor het evalueren en implementeren van leefstijlinterventies. Daarbij moeten we niet alleen maar harde uitkomstmaten meenemen, het patiëntenperspectief moet tevens meegewogen worden. Ook bij het ontwerpen van een leefstijlinterventie in de zorg is het verstandig om zowel zorgverleners als patiënten te betrekken, liefst in een vorm van co-creatie. Zo’n aanpak draagt ertoe bij dat de interventie haalbaar is voor patiënten en aansluit bij hun doelen en prioriteiten. En zorgverleners kunnen inschatten of de interventie te implementeren is in de huidige zorgpraktijk”, stelt Kiefte.
“Niet alleen patiënten, maar alle stakeholders moeten betrokken worden bij de keuze van een onderzoeksopzet. Denk daarbij ook aan beleidsmakers en verzekeraars. Het is namelijk zinvol om te weten wat verzekeraars nodig hebben voor brede implementatie van een interventie. Als het gaat om uitkomstmaten is het ook interessant om te kijken hoe we gebruik kunnen maken van real-life data die al in de klinische praktijk verzameld worden. Het is zinvol optimaal gebruik te maken van wat er al is”, benadrukt Kiemeney.
Zijn jullie tevreden?
“Ja en nee. We hebben een waardevolle lijst met kennisvragen neergezet, maar ik blijf toch een beetje het gevoel hebben dat het nog wat hoog over is. Ik ben pas echt tevreden als deze kennisvragen zich vertalen naar daadwerkelijk onderzoek. Daar ben ik nog niet helemaal gerust op, het is toch makkelijker om concreet onderzoek naar een bepaalde interventie of aandoening gefinancierd te krijgen dan methodologieonderzoek”, denkt Kiemeney.
“Dat gevoel herken ik wel. Ik denk dat deze lijst met kennisvragen een eerste belangrijke stap is. Het is goed dat er wordt nagedacht over het inzetten van andere designs dan RCTs. Het is inderdaad spannend of we voor elkaar krijgen dat het in calls terechtkomt, subsidiecalls op het gebied van methodologie zijn zeldzaam”, besluit Kiefte.
Team Onderzoek van de Coalitie Leefstijl in de Zorg bestaat uit vier subteams: Biologische mechanismen achter de effecten van leefstijlinterventies, Duurzame gedragsverandering, Implementatie (methodologie en uitkomstmaten) en Gezondheidsdata-infrastructuur voor implementatie en onderzoek. Deze subteams voeren elk een inventarisatie uit naar kennislacunes die implementatie van leefstijlinterventies belemmeren. De bevindingen worden gebundeld en leiden tot een kennisagenda, die eind 2023 wordt verwacht.