Leefstijl is het beste medicijn én werkt preventief 

Geplaatst op:

16-04-2025

Leestijd 5 - 6 minuten

Geschreven door: Coalitie Leefstijl in de Zorg

Dit bericht delen op:

Onlangs publiceerde de Coalitie Leefstijl in de Zorg de handreiking Teachable moment wachtlijst voor de ggz. De boodschap van deze nieuwe handreiking: zie de wachttijd niet als verloren tijd, maar grijp deze tijd aan als een kansrijk moment om aan een gezonde leefstijl te werken. Huisartsen Annemarie Munster (Huisartsenpraktijk Heerhugowaard) en Sylvia Manen (huisarts n.p., leefstijlarts) maakten deel uit van de werkgroep die de handreiking heeft opgesteld. Hier vertellen ze hoe zij leefstijl in hun dagelijkse praktijk inzetten en patiënten met psychische klachten ondersteunen tijdens de wachttijd voor de start van een specialistische ggz-behandeling. 

Sylvia van Manen en Annemarie Munster zijn beide kaderhuisarts Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). “Ik ben 30 jaar huisarts geweest in Engelen, de laatste tien jaar kreeg ik het gevoel dat ik aan het dweilen was met de kraan open. Ik heb me middels een opleiding tot leefstijlarts geschoold. Het is geweldig om te zien wat voor een effect bijvoorbeeld voeding op psychische klachten kan hebben”, vertelt Van Manen.  

Ook Munster ziet in haar praktijk veel mensen met psychische klachten die hun leefstijl kunnen verbeteren. Ik wilde voor deze groep meer kunnen betekenen. Aandacht voor leefstijl is belangrijk voor alle patiënten, niet alleen voor patiënten die te maken hebben met wachttijd binnen de ggz. Ik heb met de verzekeraar afspraken kunnen maken over een tarief voor leefstijlconsulten, dat maakt dat ik meer tijd heb om aandacht aan dit aspect te kunnen besteden”, legt Munster uit. 

Aftasten of er ruimte voor leefstijl is 

“Het is vervelend dat we vaak te maken hebben met lange wachttijden. Of ik een patiënt nou verwijs of niet, leefstijl is van belang voor iedereen en iets wat ik met iedereen bespreek. Of in ieder geval aftast of er ruimte voor is om te gaan werken aan een gezondere leefstijl. Je kunt je voorstellen dat als iemand ernstig depressief is, er geen ruimte is om aan leefstijl te werken. Het is aan ons om aan te voelen of die ruimte er is. Dat doe ik door te vragen of ze ervoor open staan te horen wat ze zelf kunnen doen. Afhankelijk van de patiënt die voor je zit, kan het de ene keer over slaap gaan of juist over bewegen of voeding. Wie weet kunnen we met leefstijlaanpassingen uiteindelijk wel verwijzingen voorkomen”, benadrukt Munster. 

“Ik merk dat veel patiënten met psychische klachten wel open staan om hun leefstijl aan te pakken als ze horen dat een gezonde leefstijl een positief effect kan hebben op hun klachten. En dat sluit aan bij wat we weten uit de literatuur: 75% van de ggz-patiënten zou wat willen doen aan zijn of haar gezondheid. Helaas wordt het maar met 50% daadwerkelijk besproken”, zegt Van Manen. 

Concrete, kleine doelen stellen 

“Als je een patiënt wil stimuleren zijn of haar leefstijl te verbeteren dan is het belangrijk om samen concrete doelen te stellen. Dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld proberen eerst één keer per week 10 minuten te wandelen. Zo had ik een patiënt met een bipolaire stoornis die zelf aangaf elke dag 5 minuten te willen touwtjespringen. Zoek samen iets dat bij jouw patiënt en diens omstandigheden past. Bij een andere patiënt die op meerdere domeinen vastliep en te maken had persoonlijkheidsproblematiek en somberheid, kwamen we tot de conclusie dat eenzaamheid het grootste probleem was. Hij is gebruik gaan maken van een uitjesapp en dat heeft enorm geholpen”, aldus Munster. Dit soort kleinschalige, haalbare acties worden in de handreiking ook genoemd als manieren om tijdens de wachttijd laagdrempelig aan leefstijl te werken, passend bij de behoeften van de patiënt.

“Het is inderdaad heel belangrijk om kleine, behapbare stapjes te nemen die op lange termijn vol te houden zijn. In de kaderopleiding ggz wordt gebruik gemaakt van de Kaizen-methode: in plaats van te proberen van de ene dag op de andere dag radicale veranderingen in je leven aan te brengen, kun je beginnen met kleine, dagelijkse verbeteringen. Kies voor een zo klein mogelijke verandering, dan kan het bijna niet mislukken. We hebben onze POH-GGZ ook in deze methode geschoold. Zij heeft bijvoorbeeld samen met een man die al lange tijd depressief was en in de coronatijd vastliep, gekeken wat hem zou helpen. Hij is een half uur per week in de tuin gaan werken, dat gaf hem energie en hij is vanuit die energie later zelf gaan koken, iets dat hij daarvoor nooit deed”, vult Van Manen aan. 

“Naast de POH-GGZ is ook de POH-somatiek (POH-S) iemand die op dit vlak kan bijdragen. Daar kunnen we wellicht nog meer mee schakelen bij deze doelgroep met psychische klachten”, denkt Munster. 

Hulpmiddelen in de praktijk 

Zowel Munster als Van Manen maken in hun dagelijks werk gebruik van het spinnenweb en leefstijlroer. Het spinnenweb van het Instituut for Positive Health (iPH) brengt op een inzichtelijke manier iemands gezondheid in kaart. Het richt zich op zes dimensies die bijdragen aan het vermogen van mensen om met fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om te gaan en wordt in de handreiking ook genoemd als methode om het leefstijlgesprek aan te gaan. 

Het leefstijlroer is een praktisch hulpmiddel dat zorgprofessionals ondersteunt in het gesprek met hun patiënten over een gezonde leefstijl. “Ik gebruik een geplastificeerde versie van het leefstijlroer om het leefstijlgesprek met patiënten te voeren. Het waardevolle hieraan is dat het de patiënt tot kapitein maakt.  

Verder is Welzijn op Recept (sociaal domein) zeer waardevol. Je kan iemand verwijzen naar een welzijnscoach of stimuleren deel te nemen aan activiteiten op het gebied van ontmoeting, sport of cultuur. Het hebben van betekenisvolle contacten is zeer belangrijk voor iemands mentale gezondheid. Daarnaast kun je tips geven hoe iemand gezond, maar toch goedkoop kan eten. En ik had een plank met (kook)boeken die patiënten konden lenen. Wij hebben in onze zorggroep de app ‘DoeMaatje’ ontwikkeld, waar een patiënt in contact kan komen met anderen. Een patiënt kan een profiel aanmaken nadat de POH toegang heeft verleend. Een dergelijk platform is wellicht interessant om verder uit te rollen”, stelt Van Manen. 

Munster: “Onze POH-GGZ, die werken vanuit Vicino, zijn geschoold om leefstijladviezen en -interventies toe te passen in de begeleiding van onze patiënten. Ze gebruiken hier verschillende tools voor: positieve gezondheid, eHealth modules, loopgroepen, slaapadviezen en er is een nauwe samenwerking met onze psychosomatische oefentherapeuten en Welzijn op Recept. Ook onze POH-S krijgt scholing over positieve gezondheid. Het doel is vooral herstel ondersteunend, verminderen van klachten en regie terugkrijgen over je eigen leven. Zelf pas ik bijvoorbeeld slaaprestrictie toe, geef voedingsadviezen en ga in gesprek over wat echt belangrijk voor iemand is en wat er nodig is om gedragsverandering in gang te zetten en dit vol te houden. Ik gebruik de vier vragen van psychiater Jim van Os, die een centrale rol voor de huisarts en POH ziet binnen de ggz, als leidraad: 1) Wat is er met je gebeurd? 2) Wat is je kwetsbaarheid en wat is je kracht? 3) Waar wil je naartoe? en 4) Wat heb je nodig?” 

Begin klein  

“Ik zou andere zorgverleners die aan de slag willen gaan met leefstijl adviseren gewoon te beginnen. Het hoeft niet ingewikkeld te zijn. Houd het simpel en zorg dat de patiënt de regie in handen heeft. Het is daarbij wel handig en prettig als je ondersteund en gefaciliteerd wordt vanuit de zorggroep. De handreiking van de Coalitie Leefstijl in de Zorg biedt praktische tools en mogelijkheden die je zo kunt inzetten in de praktijk, blader daar eens in. Als je zelf geen affiniteit met leefstijl hebt, dan kun je er ook voor kiezen om te verwijzen naar een collega die dat wel heeft.

Met behulp van de consultatieregeling zou een leefstijlhuisarts patiënten kunnen zien van collega’s”, licht Munster toe.  

Met behulp van de consultatieregeling kunnen huisartsen laagdrempelig advies inwinnen bij bijvoorbeeld een leefstijlhuisarts of specialist, zonder dat een formele verwijzing nodig is. “Dat is inderdaad een mooie tussenoplossing. Uiteindelijk zien zorgverleners dat inzetten op een gezonde leefstijl effect heeft en zullen ze het zelf ook willen gaan doen. Leefstijl maakt je werk leuk en afwisselend. Bovendien werkt het transgenerationeel; als een patiënt in de dertig gezonder gaat leven, dan nemen diens kinderen dat ook mee.”

Mindshift vereist 

“Op dit moment zit de uitdaging deels in een shift bij zorgverleners. Het (durven) bespreken van leefstijl vergt een eigen intrinsieke interesse voor welzijn en leefstijl. Toch weten we dat een gezonde leefstijl veel impact heeft, ook op de mentale gezondheid. Interessant is het promotieonderzoek van Lisanne Koomen: Walk the talk; Het laat onder meer zien dat leefstijlinterventies de patiënt evenveel winst brachten als ‘pillen en praten’ en dat het sociaal functioneren meer verbeterde dan met de gebruikelijke zorg. Daarnaast bleek dat zorgprofessionals met een gezonde leefstijl vaker leefstijlinterventies bespreken en vaker verwijzen. De effectiviteit van leefstijlinterventies kan nog verder versterkt worden door een gezonde leefomgeving”, besluit Van Manen. . 

Direct aan de slag? Download de handreiking Teachable Moment Wachtlijst GGZ hier

Gericht op actie

Betrokken partijen

De Coalitie Leefstijl in de Zorg bestaat uit een groeiende verzameling van partijen die actief zijn in en om de zorg, in beleid, op het terrein van wetenschap en innovatie of op een andere manier betrokken zijn bij leefstijl in de zorg.